28-05-2024Drie maanden omgevingswet

– en de wereld is (nog) niet vergaan

In maart was ik in Deventer, bij een BNSPsalon over 80 dagen Omgevingswet. Daar was ook Marjolein Jansen, directeur-generaal Ruimtelijke Ordening bij BZK. Zij is met haar team verantwoordelijk voor de invoering van de Omgevingswet. In een korte presentatie schetste zij dat ze eigenlijk wel tevreden is: er zijn in de eerste 80 dagen van de Omgevingswet geen grote ongelukken gebeurd, het DSO werkt redelijk en de 1000 vragen die er per week binnen komen bij het Omgevingsloket worden binnen afzienbare termijnen behandeld. Een korte peiling onder de aanwezigen in de zaal steunde dit voorzichtige optimisme: buiten de moeite die het commerciële bureaus kost om te werken met het DSO namens en voor gemeenten, gaat het vooralsnog redelijk goed. De meeste aanwezigen waren vooral nog erg druk met het wegwerken van de bulk van het werk die vlak voor 1 januari nog ingeleverd was, onder de oude wet- en regelgeving.

Naarmate de bijeenkomst vorderde, werden er meer zorgen geuit. Rik Onderdelinden, architect en programmaleider Omgevingskwaliteit bij Het Oversticht, sprak zijn zorgen uit over de manier waarop Omgevingskwaliteit in veel van de nu bekende Omgevingsvisies lijkt te landen. Vooral bij de advisering over Buitenplanse Omgevingsplanactiviteiten, de zogenaamde bopa’s, lijken de haakjes erg mager. Er was veel herkenning bij deze zorg: hoe veranker je omgevingskwaliteit nu zo in je Omgevingsvisie, dat opdrachtgevers en initiatiefnemers ook daadwerkelijk gestimuleerd worden om bijdragen te leveren aan een goede omgevingskwaliteit? Dat gaf meteen ook een ander wending aan het gesprek. Want je hebt altijd initiatiefnemers die vanuit zichzelf een positieve bijdrage willen leveren aan de leefomgeving waar hun ontwikkeling op van toepassing is, en initiatiefnemers die ruimtelijke ontwikkeling zuiver als verdienmodel zien – en alle smaken daartussenin. Veel gemeenten worstelen ermee dat ze initiatiefnemers die een grote bijdrage aan de omgevingskwaliteit willen leveren, hetzelfde moeten behandelen als andere initiatiefnemers: er lijkt nog geen manier om excellente bijdragen aan de omgevingskwaliteit voorrang te geven. Marjolein Jansen opperde dat het model van Leusden daar wellicht een oplossing voor biedt: ga met een in je beleidscyclus verankerd puntensysteem voor omgevingskwaliteit werken, waarbij je initiatieven met een hoge score altijd eerst in behandeling neemt, meer ondersteuning biedt in de vorm van bv kwaliteitsadvisering en sneller helpt realiseren. Het deed mij aan de oproep van Rik Herngreen uit 2003 denken. Herngreen is ecoloog en sprak destijds op het jaarcongres van de Federatie een uitgebreide hartekreet uit voor het structureel onderscheid maken tussen excellente en ‘neutrale’ opdrachtgevers. Hier is de hele speech te lezen, voor nu deel ik graag de volgende quotes met u:

“Het is niet goed of het deugt niet. Levende cultuur stikt als ramen en kieren worden dichtgeregeld met voorschriften, levende cultuur verzuipt als de deuren worden opengezet voor de ideologie van lekker wonen en bemoei je met je eigen. Dan maar een compromis tussen dodende regelzucht en even dodelijke deregulatie? Nou nee, afwegen doe je maar als je niets beters hebt kunnen verzinnen. Maar er is een andere weg. Aan de goed-Nederlandse traditie van permanente, maar aandachtige, contextbewuste vernieuwing kan alle ruimte worden geboden die haar toekomt zonder dat de deur wordt opengezet voor lukraak gemodder.”

Herngreen vervolgt zijn speech met een beschrijving hoe dat destijds, nog onder de Woningwet, al vorm had kunnen krijgen. Uitgangspunt daarbij is dat

“.. de relatie tussen een object dat vanuit het publieke domein waarneembaar is en de ruimtelijke context van dat object, altijd en overal een publiek belang is”.

In 2003 was Herngreen zijn tijd ver vooruit. Er is dan ook nog niet zoveel terecht gekomen van zijn droom. Ik hoop echter dat we nu in een tijd zijn beland waarin de aandacht voor de leefbaarheid in Nederland zo belangrijk is geworden, dat Herngreens uitgangspunt een veel besproken vanzelfsprekendheid wordt. Laten we kijken of we dat onderscheid tussen excellente en neutrale initiatiefnemers kunnen en durven maken. Ik wil me daar hard voor maken. Doe je mee? Laat het weten! mh@ruimtelijkekwaliteit.nl


Marielle Hoefsloot | juni 2024

Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via: https://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit